Hoewel de offerstenen uit de Romeinse tijd gezien kunnen worden als kunstvoorwerpen,
de schrijver en beeldend kunstenaar J.C.J. van Schagen tot 1985 in Domburg heeft gewoond en ook tegenwoordig
kunstenaars in Domburg wonen en werken, ligt het zwaartepunt van de Domburgse kunstgeschiedenis rond het begin van
de twintigste eeuw.
In de tijd dat veel welgestelden Domburg bezochten, onder andere om dokter Johann Georg Metzger te
bezoeken, werd deze plaats steeds meer bekend. Al snel bezochten kunstenaars de badplaats. Omdat rijkdom nou
eenmaal meer artiesten aantrekt dan armoede. Maar evengoed om de omgeving: de zee, de duinen, het dorp zelf maar
vooral om het Zeeuwse Licht.
Binnen de kortste keren had Domburg een kunst kolonie. Er werd op initiatief van Jan Toorop in
1912 een expositie gehouden door 15 kunstenaars.
In 'het Kotje van Toorop' werden 82 schilderijen geëxposeerd voor de badgasten.
De kunstenaars hadden weinig gemeen, in stijl van werken, technieken of beoefende stroming. Piet Mondriaan
heeft meerdere gebouwen en landschappen meerdere keren geschilderd in Domburg en het is buitengewoon interessant
om te zien hoe hij zich onwikkelt.
Dat ook tegenwoordig Domburg nog model staat voor schilders, bewijst Lucien den Arend, die met een
aquarel het strand onder Carmen Sylva vastlegde. En zo is de cirkel weer rond...
|